Hoe werken je spieren?
Leestijd: 3 minutenHet lichaam van de mens bevat meer dan 600 spieren. Een spier is een weefsel waarin de cellen kunnen samentrekken of ontspannen. Spieren zorgen ervoor dat we kunnen bewegen, ons hart kan pompen en dat ons bloed, lucht en voedsel vervoerd kan worden
Soorten spierweefsel
Er zijn drie verschillende soorten spierweefsel;
- Glad spierweefsel
Glad spierweefsel is belangrijk bij de beweging van de bloedvaten, organen en het spijsverteringskanaal. Dit spierweefsel kunnen wij niet bewust aansturen. Het zorgt met behulp van golfachtige bewegingen ervoor dat ons voedsel door het spijsverteringskanaal wordt vervoerd en het bloed door de bloedvaten.
- Dwarsgestreept spierweefsel
Dwarsgestreept spierweefsel is belangrijk voor het bewegen van het skelet. Dit spierweefsel kunnen wij bewust aansturen. Wij kunnen onze armen bijvoorbeeld bewegen wanneer wij willen. Het dwarsgestreept spierweefsel zit met pezen aan het skelet vast. Er zijn twee soorten dwarsgestreept spierweefsel. Type I is zijn de langzame spiervezels. Deze worden vooral gebruikt bij uithoudingsvermogen. Ze trekken langzaam samen en zijn niet krachtig. Type II zijn de snelle spiervezels. Deze worden vooral gebruikt voor korte maar krachtige aanspanningen, zoals sprinten.
- Hartspierweefsel
Hartspierweefsel is belangrijk voor het functioneren van het hart. Door het aanspannen en ontspannen in een ritme wordt het bloed via je hart door het lichaam gepompt. Het hartspierweefsel kunnen wij ook niet bewust aansturen.
Zenuwen en de spieren
Vanuit de hersenen lopen er zenuwen naar de spieren. De zenuwen zorgen voor een elektrisch signaal waardoor de spieren willen gaan aanspannen. Als het signaal groot genoeg is, dan spannen de spieren aan. Als het signaal stopt, ontspannen de spieren weer. Tijdens het aanspannen van de spieren gaat er een signaal terug naar de hersenen. Dit signaal geeft de hersenen informatie over het aanspannen van de spier en of er een bepaalde positie of houding gecorrigeerd moet worden.
Het aanspannen van een spier
In een spiercel zitten myofibrillen. Deze zorgen ervoor dat de spier samen kan trekken. In een myofibril zitten eiwitten die met behulp van energie dichter bij elkaar kunnen kruipen en aan elkaar kunnen gaan zitten. Hierdoor wordt de myofibril korter. Het naar elkaar toe kruipen van de eiwitten kan niet altijd. Er zit op de eiwitten een blokkade. Deze blokkade gaat pas weg als er calcium de spiercel instroomt. Dit zorgt ervoor dat de spier niet zomaar kan samentrekken, maar alleen als de hersenen een signaal afgeven. Als er een elektrisch signaal vanuit de hersenen in de spier terecht komt, dan stroomt er calcium de spiercel binnen. Calcium zorgt ervoor dat de blokkade van de eiwitten afgaat en met behulp van energie gaan de eiwitten naar elkaar toe kruipen. Tegelijkertijd wordt het calcium snel uit de cel gepompt zodat de spiercel niet aangespannen blijft. Als er geen calcium meer in de spiercel aanwezig is, dan laten de eiwitten elkaar los en ontspant de spier.
Meer informatie?
Voor aanvullende informatie kunt u verschillende artikelen gepubliceerd op onze website raadplegen. Daarnaast is het uiteraard mogelijk om vrijblijvend contact met ons op te nemen.