Diabetes is een ander woord voor suikerziekte. Er zijn twee soorten diabetes. Bij diabetes type 1 maakt het lichaam geen insuline meer aan en bij diabetes type 2 is het lichaam niet meer gevoelig voor insuline. Insuline is het hormoon dat ervoor zorgt dat de cellen in het lichaam suiker uit je bloed halen en suiker opslaan in de vorm van glycogeen. Insuline wordt door de alvleesklier uitgescheiden als je suiker binnen krijgt.

Normaal gesproken daalt het suikergehalte in het bloed na het innemen van suiker door de aanwezigheid van insuline. Bij mensen met diabetes type 2 reageren de cellen die het suiker kunnen omzetten niet meer op insuline en daalt het suikergehalte in het bloed niet. Hierdoor blijft er te veel suiker in het bloed en dit kan schadelijk zijn voor het lichaam. Mensen met diabetes hebben meer kans op hart- en vaatziekten.

Diabetes type 2 ontstaat meestal bij mensen ouder dan 40 jaar, vandaar dat het ook wel eens ‘ouderdomsdiabetes’ genoemd wordt. Risicofactoren voor diabetes type 2 zijn overgewicht, ongezonde voeding, roken, weinig sporten en sommige medicijnen.

De klachten van diabetes type 2 kunnen zijn;

• Een dorstgevoel
• Vermoeidheid
• Wondjes en ontstekingen van de huid
• Pijn en tintelingen in de armen en benen
• Verminderd gevoel in de voeten