Ons lichaam is een ingewikkeld en complex systeem. Cellen, weefsel en organen werken samen en kleine fouten kunnen leiden tot grote gevolgen.  Hiernaast werken ook de bloedvaten en lymfevaten nauw met elkaar samen.

De weg naar de cel 

Opname in de darm

Via de voeding krijgen we voedingsstoffen binnen die in de cellen van de darm opgenomen kunnen worden. De darmcellen maken soms een paar aanpassingen aan de voedingsstoffen. Hierna worden de voedingsstoffen afgegeven aan de bloedbaan. Sommige vet-oplosbare stoffen worden voordat ze in de bloedbaan terecht komen via de lymfevaten vervoerd. In de bloedvaten zit bloedplasma met daarin de opgeloste voedingsstoffen. Het bloedplasma neemt de voedingsstoffen mee naar de cellen die ze nodig hebben.

Drukverschil

Doordat er in de bloedvaten een hogere druk is dan tussen de cellen en weefsels, ontstaat er een drukverschil. Hierdoor wordt het bloedplasma met de daarin opgeloste stoffen uit de bloedvaten geperst. Nu de vloeistof tussen de weefsels zit en niet meer in de bloedvaten heet het weefselvloeistof.  De cellen kunnen de voedingsstoffen opnemen uit het weefselvloeistof of afvalstoffen afgeven aan de vloeistof.

Afvoer van afvalstoffen

Lymfevaten

De bloedvaten zijn de aanvoer van de voedingsstoffen en vloeistof aan de cellen. Er moet dus ook een afvoer zijn anders blijft het vocht zich ophopen. De afvoer van afvalstoffen en vloeistof wordt gedaan door de lymfevaten. De lymfevaten zorgen ervoor dat het overtollige weefselvloeistof met de afvalstoffen weer opgenomen wordt en afgevoerd richting de lymfeknopen.

Lymfevloeistof

Zodra het weefselvloeistof opgenomen wordt door de lymfevaten, heet het lymfevloeistof. De lymfeknopen filteren de vloeistof. Hierdoor worden de gifstoffen en indringers uit de vloeistof gehaald. De lymfevaten monden weer uit in de bloedvaten en dit bloed is weer klaar om voedingsstoffen op te nemen.